n
KLIK HIER VOOR INFORMATIE
OVER DE SITE

COLUMNS

Over belevenissen en inzichten

CLICK HERE FOR
THE PARENT SITE
and SITE SEARCH


Het ideomotorisch effect

In de psychologie wordt onder het ideomotorisch effect het verschijnsel aangeduid waarbij mensen spierbewegingen maken die ontstaan nadat zij deze onbewust bij anderen hebben waargenomen. Of nadat zij onbewust aan een actie denken waarbij die spierbewegingen zijn waargenomen. Omdat deze bewegingen dus onbewust plaatsvinden, werden ze in het verleden vaak toegeschreven aan bovennatuurlijke verschijnselen. De betreffende mensen hebben namelijk normaliter niet in de gaten dat de bewegingen door henzelf worden veroorzaakt.

Deze onbewuste handelingen kunnen voor onverwachte situaties zorgen. Situaties die in het verleden vooral werden toegeschreven aan magie en toverkunst, maar die daar niets mee te maken hebben. Onderzoekers hebben in de 19de eeuw ontdekt waardoor het verschijnsel precies ontstaat. Subtiele spierbewegingen die door het onderbewustzijn worden getriggerd, kunnen er namelijk voor zorgen dat het lijkt alsof er iets paranormaals gaande is. Telekinese en het gebruik van een wiggelroede zijn enkele voorbeelden waarbij een persoon mysterieuze krachten lijkt te ervaren. De persoon die een wiggelroede in handen heeft en hiermee bijzondere bevindingen lijkt te doen, stuurt de wiggelroede onbewust aan, waarbij het lijkt alsof de wiggelroede één bepaalde kant op wijst. Naast het verschijnsel telekinese, het wiggelroedelopen (rabdomantie) en het channelen van spirituele informatie, is 'automatisch schrift' een voorbeeld van een ideomotorisch effect. In dit geval wordt er op een onbewuste wijze iets opgeschreven. Dit schrijfgedrag werd vaak toegewezen aan een hogere macht. Subtiele spierbewegingen die door het onderbewustzijn getriggerd worden, kunnen er namelijk voor zorgen dat het lijkt alsof er iets paranormaals gaande is. Dit is echter níét het geval! Het zijn slechts de gevolgen van een psychologisch effect wat hier tot uiting komt. En dit is ook de verklaring voor het 'automatisch' schrijven en 'automatisch' tekenen, zoals dat bij spiritistische mediums kan worden waargenomen.

In gevallen waarbij mensen in coma liggen, kan er in sommige situaties ook een ideomotorisch effect optreden. Als een persoon bijvoorbeeld de hand van de comapatiënt vastpakt, kan diegene namelijk ervaren dat de hand van de comapatiënt in beweging komt. Dit komt echter slechts vanwege de spieren van de bezoeker, die onbewust in beweging komen. Dit heeft te maken met het onderbewustzijn, het ziekenbezoek wil vaak maar al te graag dat de betreffende hand van de patiënt weer in beweging komt.

De uitkomst van een Ouijabord-seance wordt vaak toegeschreven aan magische kunsten of zelfs aan communicatie met geesten van overleden personen. Men is echter, na grondige bestudering, tot de conclusie gekomen dat deze onbewuste spierbewegingen bij de aanzittenden zelf ontstonden. Desondanks zijn er altijd nog mensen die het resultaat van een dergelijke vermeende spiritische seance werkelijk aan een geestenwereld toeschrijven.

Tegenwoordig wordt het ideomotorisch effect door zogenaamde mentalisten soms bij Ouijabord-voorstellingen gedemonstreerd. Hierbij worden, als vorm van vermaak, allerlei illusies opgewekt. Het verschil tussen goochelaars en mentalisten is dat mentalisten in tegenstelling tot goochelaars vooral mentale vaardigheden gebruiken. Dit in plaats van goochelaars, welke snelheid of behendigheid toepassen om een bepaalde truc te bewerkstelligen. De mentalist lijkt op vrij overtuigende wijze andermans gedachten te kunnen lezen en voorspellingen te kunnen doen. Deze wijze van verpozing ontstond oorspronkelijk in de 19e eeuw en is uiteindelijk uitgegroeid tot een unieke vorm van entertainment.

In plaats van de benaming 'ideomotorisch effect' gebruikt men voor hetzelfde verschijnsel ook wel de benaming 'Carpenter-effect'. De fysioloog William Benjamin Carpenter had in 1852 een theorie bedacht waarbij spierbewegingen onbewust kunnen ontstaan (het zogenaamde 'carpenter effect'). Deze spierbewegingen ontstaan nadat de persoon aan een bepaalde handeling denkt. Waardoor deze handeling zonder bewuste sturing lijkt te gaan!

Het is voor het beoordelen van het 'ideomotorisch effect' van belang te weten hoe men, door het maken van een mentale voorstelling, de hersenen traint. De hersenen die zo van belang zijn bij de aansturing van de spierbewegingen. De kunst van het 'visualiseren' is hiermee vergelijkbaar. Hierbij gaat men over tot het maken van een eigen 'mind movie'. Een movie waarbij men de filmpjes in het eigen hoofd maakt. Een voorbeeld waarbij dit van nut kan zijn, is het scoren van een doelpunt bij de voetbalsport. Door voorafgaand aan het schieten van de bal een 'mind movie' (over hoe de bal door het doel gaat) in het hoofd te laten afspelen, zal men als voetbalspeler een grotere kans maken dat de bal ook werkelijk door u op het doel wordt geschoten.